Onverwachte koningin van de Spelen

Vele Haarlemmers zullen zich herinneren hoe een volle Grote Markt stond te juichen voor Yvonne van Gennip, na haar drie gouden medailles op de Olympische Winterspelen van 1988. Met haar drie gouden plakken is Van Gennip de meest succesvolle Olympiër van Haarlemse bodem. Onlangs werd ze opgenomen in een door de NOS gepresenteerde lijst met de 15 meest succesvolle Nederlandse Olympiërs.

Haar eerste medaille bij de senioren haalt Yvonne van Gennip al op 17-jarige leeftijd: een bronzen plak op de 1000 meter bij het WK sprint in 1982. De drie jaar daarna voegt ze daar zowel op nationaal als op Europees en wereldniveau het nodige eremetaal aan toe. In 1984 reist ze af naar Sarajevo voor haar eerste deelname aan de Olympische spelen, met 5e plaats op de 3000 meter als beste resultaat. De tweede helft van de jaren ’80 vormen de meest succesvolle periode uit haar carrière en is ze onbetwist de beste schaatsster van het land. Ze grossiert in medailles en wint zowel in 1987 als in 1988 alle afstanden op het NK Allround. Op EK’s en WK’s behaalt ze veel tweede en derde plaatsen maar moet ze de overwinning echter geregeld laten aan de in die jaren dominante Oost-Duitse schaatssters. Later blijkt dat de Oost-Duitse sporters werden onderworpen aan een door de staat georganiseerd dopingprogramma. Het is dan ook verleidelijk om te fantaseren hoe de erelijst van Van Gennip er uit had gezien zónder deze oneerlijke concurrentie.

Onverwacht succes
Het geeft wel nóg meer glans aan haar Olympische succes in Calgary. Zeker daar ze een paar maanden voor de Spelen nog kampt met een voetblessure, waaraan ze een operatie moet ondergaan. Dat Van Gennip überhaupt met een medaille thuis zou komen, laat staan met drie, had zodoende niemand écht durven hopen. Maar ‘de ijskoningin’ of het winterkoninkje’, zoals haar bijnamen luiden, stijgt boven alles en iedereen uit en pakt de eindwinst op de 1500, de 3000 en de 5000 meter. Op die laatste twee afstanden rijdt ze zelfs wereldrecords, die pas in 1993 respectievelijk 1990 door Gunda Niemann worden verbeterd.

Na haar winst op de Spelen, ervaart ze de keerzijde van het succes. Ze is een bekende Nederlander geworden, wordt veelbesproken en becommentarieerd en is regelmatig het mikpunt van de roddelpers. Al die aandacht hoeft van haar niet, liever zou ze in anonimiteit haar rondjes rijden. In een interview met damesblad Margriet zegt ze daar in 2008 over: ‘Tja, sinds 1988 kennen veel mensen me. Dat was even wennen. Het had voor- én nadelen. Een voordeel was dat ik veel leuke aanbiedingen kreeg en overal werd uitgenodigd. Ik ontmoette allerlei mensen uit de maatschappij. Minder leuk van mijn bekendheid vond ik dat er sindsdien zo op me werd gelet. Iedereen vindt wat van je, dat paste helemaal niet bij me. Op school zat ik vroeger het liefst achter in de klas en ik vond het doodeng als ik voor het bord moest komen. Je wordt je bewust van je gedrag, gaat door andermans ogen naar jezelf kijken. En als je dat niet gewend bent, voelt dat niet ontspannen.’

Afscheid en comeback
In 1990 stopt Yvonne van Gennip tijdelijk met schaatsen en gaat ze werken om in haar levensonderhoud te voorzien – van het schaatsen valt in die tijd bij lange na niet rond te komen. Als haar werkgever aangeeft dat ze, binnen haar arbeidscontract, het professionele schaatsen op mag pakken, bindt ze de ijzers weer onder. Van Gennip heeft echter een tijd niet getraind en veel spiermassa verloren, die er niet zomaar in korte tijd weer bij te trainen is. Wat dat betreft komen de volgende spelen voor haar te vroeg. Bovendien merkt ze dat ze de drive niet meer heeft om er volledig voor te gaan. Toch pakt ze in 1991 brons op het EK Allround en wint ze in 1992 op het NK afstanden drie medailles (zilver op de 1500 meter, goud op de 3000 meter en brons op de 5000 meter). Maar de Olympische Spelen in dat jaar worden, ondanks de hooggespannen verwachtingen van de buitenwereld, een grote deceptie. In het Franse Albertville valt ze op de 1500 meter, wordt ze ‘slechts’ zesde op de 3000 meter en besluit ze, mede op doktersadvies in verband met koorts, niet eens te starten op de 5 kilometer. Vervolgens zet ze, op 28-jarige leeftijd, een punt achter haar topsportcarrière.

Van Gennip: ‘Die Spelen van 1992 waren een drama. Het zou leuk zijn geweest als ik daar nog een medaille had gehaald. Het probleem was dat de motivatie weg was. Ik zeg wel eens dat ik in 1988 veel heb gewonnen, maar ook mijn echte drive heb verloren. Het hoogste podium had ik al gehaald. Daarvoor was ik zó gedreven, alles moest voor die sport wijken. Dat had ik niet meer.’ Evengoed mag Yvonne van Gennip terugkijken op een zéér succesvolle carrière, iets dat in 2017 onderstreept wordt als zij – als eerste schaatsster – de Fanny Blankers-Koen Carrièreprijs krijgt uitgereikt.

Nieuwe carrière
Nadat ze een paar jaar een zeer uiteenlopend aantal carrièrepaden inslaat, van werk bij een verzekeringsmaatschappij tot een eigen croissanterie, komt ze vanaf 1996 weer in de sport te werken. Onder meer bij Sportservice Noord-Holland en Olympisch Netwerk. Ze ervaart dat er qua professionalisering veel ten goede is veranderd: ‘Ik zat op het Mendelcollege en als ik niet naar school kon door het schaatsen, moest ik mijn aantekeningen maar ergens vandaan zien te halen. Gelukkig had ik een goede vriendin die dat voor mij deed. Nu wordt daar veel meer rekening mee gehouden en is de sport enorm geprofessionaliseerd, ook al je kijkt naar zaken als voeding, de verhouding training-rust, begeleiding, et cetera.’

Wat Van Gennip wel veel hoort, is dat talenten vragen hebben rondom financiering en sponsoring. Het leidt ertoe dat ze in 2016 start met het Yvonne van Gennip Talent Fonds, waarmee ze talentvolle sporters ondersteunt op hun weg naar de top. Onderdeel daarvan is het onlangs gelanceerde crowdfundingsplatform Talentboek Haarlem. Van Gennip: ‘Als jong schaatstalent was ik in de gelukkige omstandigheid dat ik me geen zorgen hoefde te maken over financiering, maar dat is lang niet voor iedereen vanzelfsprekend. Ik vermoed dat veel mensen geen idee hebben van de kosten die talenten zelf moeten dragen. Bovendien moeten sporters, op jonge leeftijd al, keihard werken om de top te halen. Dan helpt het enorm als je weet dat er mensen zijn die je steunen, die achter je staan en in jou geloven en bij willen dragen aan jouw carrière.’

Kampioenen van morgen
‘De periode dat ik talent was, vind ik achteraf gezien de mooiste periode uit mijn schaatscarrière. Dat zie ik terug in de ogen van de kids van nu. Ze hebben allemaal een droom, willen kijken hoe ver ze kunnen komen, hun grenzen opzoeken en verleggen om het hoogst mogelijke te presteren. Ik vind het geweldig dat we nu, juist in ‘mijn’ stad, daar met Talentboek Haarlem een bijdrage aan kunnen leveren. Als er straks een nieuwe Olympische kampioen wordt gehuldigd op de Grote Markt, zoals ik dat zelf heb mogen meemaken, is de hele stad trots – en terecht. Dan vind ik dat je daar ook met elkaar in moet investeren door net dat duwtje in de rug te geven dat talenten nodig hebben op weg naar de top.’

Talentvolle Haarlemse sporters ondersteunen kan via www.sport.talentboek.nl/haarlemTalentboek Haarlem is tot stand gekomen dankzij een samenwerking tussen het Yvonne van Gennip Talent Fonds, platform Sport in Haarlem, Gemeente Haarlem, Societé Pim Mulier, Olympisch Netwerk Noord-Holland en SportSupport met steun van Rabobank Haarlem-IJmond.


Tekst: Johan Tempelaar | Foto: Ramon Philippo

De Société Pim Mulier eert Haarlemse sporthelden en ondersteunt jonge, talentvolle sporters. Aan de gevel van het Kennemer Sportcenter is de eregalerij ‘Helden van Haarlem’ gerealiseerd, met sporters die op het hoogste niveau actief zijn geweest en in hun tak van sport een grootse prestatie hebben geleverd. In elk nummer van de Haarlemste Stadsglossy HRLM wordt één van deze helden belicht. Bovenstaand artikel verscheen in de september-oktober editie van de HRLM.