Helden van Haarlem

‘Badminton was altijd meer dan alleen de prestatie.’

Marjan Ridder slaat tussen 1970 en 1980 liefst zeventien nationale badminton-titels bij elkaar. Zestien daarvan behaalt de specialist pur sang in het (gemengd) dubbelspel. En passant pakt ze er ook nog een in het enkelspel. Samen met dubbelpartner Joke van Beusekom behaalt zij in 1977 bovendien het eerste, Nederlandse WK-zilver in het badminton. Een prestatie die nog steeds niet is geëvenaard. Met haar man Rob wint zij daarnaast twee bronzen plakken op de Europese Kampioenschappen van ’76 en ’78 en ook een op het prestigieuze All England toernooi, het officieuze wereldkampioenschap.

Marjan Ridder wordt als Marjan Luesken geboren in de Kleverparkbuurt in Haarlem waar zij ook opgroeit. Op achtjarige leeftijd komt zij daar voor het eerst met badminton in aanraking: “Ik speelde vroeger op de steenhopen van de oude badmintonhal. Toen de nieuwe hal klaar was besloot ik maar eens te gaan kijken met mijn buurmeisje. Ik ben nooit meer weggegaan”. En gelukkig maar, want Marjan had veel talent: “Ik bewoog altijd heel goed en had een goede techniek”. Dat ontging ook de Haarlemse badminton-familie Ridder niet: “Ik dubbelde eerst met Boudewijn, maar ben al snel met Rob gaan spelen. Wij vormden simpelweg de beste combinatie. Al kon Rob er ook bijzonder slecht tegen van mij te verliezen toen wij verkering hadden”. 

Een superduo is geboren. Rob en Marjan winnen meerdere nationale dubbeltitels en ook internationaal boeken zij grote successen: “Rob verdeelde het spel zodat de tegenstanders uit positie liepen. Ik maakte het af aan het net”.

Toch viert Ridder haar mooiste succes met een ander: dubbelpartner en nemesis Joke van Beusekom: “Joke en ik hebben heel veel gewonnen, waaronder een jeugd-EK. Maar de zilveren medaille op het WK in Zweden was heel bijzonder. Het is ons gelukt om in een iconisch deelnemersveld een medaille weg te halen die ook nog eens werd uitgereikt door koning Gustav. Een hele mooie ervaring en tot op heden de beste WK-prestatie die Nederland ooit heeft behaald in het badminton”.

Een indrukwekkende prestatie. Hoe indrukwekkend, bleek tijdens een reis naar Japan in 2019: “Wij verloren in ’77 de WK-finale van Japan. Dat was natuurlijk verschrikkelijk, want ik ben bloedfanatiek. Een van de Japanse dames hoorde echter dat Rob en ik naar Japan kwamen en heeft ons tijdens de reis, 42 jaar later, opgezocht en overladen met cadeaus. Ongelooflijk bijzonder toch?”.

Het kenmerkt Ridders sportbeleving: “Badminton was voor mij altijd meer dan alleen de prestatie. Het was voor mij ook een manier om de wereld te zien en andere culturen te leren kennen. Ik probeerde op toernooien altijd meer van een land mee te krijgen dan alleen de badmintonhal. Dat was voor mij ook de manier om het topsportleven vol te houden”.

Ondanks alle mooie bestemmingen is Ridder thuis in Haarlem: “Haarlem is echt de mooiste stad van Nederland. Een prachtige, oude stad, met strand en bos op fietsafstand. Alles is dichtbij”. Weggaan was dan ook nooit echt een optie voor het familiemens: “We hebben een keer getwijfeld, maar zijn uiteindelijk gebleven. Ik ben enig kind en wilde mijn ouders niet achterlaten. Rob en ik zijn toen in het huis van mijn oma getrokken waar wij nu nog wonen”.

Ridder is als verstokte Haarlemse blij met alle sportinitiatieven in de stad: “Het is goed dat er aandacht is voor breedtesport. Sporten is gezond en het herbergt ook een stuk opvoeding. Van de relaties met teamgenoten, tegenstanders en trainers kun je veel leren”.

Topsport zou wel hoger op de agenda mogen: “Er is te weinig aandacht voor. Daarom is het goed dat de Société Pim Mulier er is. Vooral het Talentenfonds vind ik mooi. De Société zou daar meer mee naar buiten mogen treden. Hopelijk werkt dat aanstekelijk”.

Net als het opnemen van topsporters in de eregalerij: “Dat is echt een enorme eer. En als wij als oud-topsporters via de galerij bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van topsport in Haarlem, doen wij dat uiteraard graag!”.


Tekst en foto: Sebastiaan Brommersma

Lees ook het interview met Rob Ridder: klik hier.