Helden van Haarlem

Het mooiste dat er is

Zonder steun van het bedrijfsleven zou de Société Pim Mulier haar werk niet kunnen doen. Maar wie zijn nu die sponsors en waarom ondersteunen ze projecten als Helden van Haarlem en het jeugdtalentenfonds? Op deze site stellen we ze aan u voor. In deze aflevering: Café Koops.

Rolf Erkens mag met recht een horecatijger worden genoemd. Al sinds zijn 15e, toen hij ‘in Zandvoort op het strand’ begon, is hij in de sector werkzaam. Veel Haarlemmers kennen hem als de goedgebekte en gastvrije uitbater van Café Koops, de kroeg met huiskamerachtige sfeer die al jaren hoge ogen gooit in de Café Top 100.

Moeiteloos somt Rolf Erkens de kroegen en horecazaken op waar hij gewerkt heeft. Restaurant Nummer 3 (inmiddels La Forca), Café Guust en Spons (nu: Bruxelles), de 3 konijntjes, Au Bout, De Gooth, Van Egmond, en ga zo maar door. Het waren de jaren waarin de Kleine Houtstraat hét uitgaansgebied van Haarlem vormde. ‘Daar kon je over de hoofden lopen, zeven dagen per week’, vertelt Erkens. Toen hij 24 was, had Erkens zijn eigen kroeg: De Drinkwinkel. Het café droeg tijdelijk een andere naam: De Oorzaak. ‘Dat was in de jaren ’80, toen ik met een aantal anderen de ‘Nationale Orendag’ organiseerde. Daar haalden we het landelijk nieuws mee, onder meer op tv bij Koos Postema.’

‘We hadden een enorme lijst woorden met ‘oor’ er in. Als je een woord wist dat niet op de lijst stond, kreeg je een gratis biertje. Verder een tentoonstelling ‘Het oor door de eeuwen heen’ en de mogelijkheid om je oren op te laten meten, waar mensen uit het hele land op afkwamen. Ook presenteerden we een Zwitsers ‘onderzoek’ waaruit bleek dat er in Haarlem bovengemiddeld veel mensen met flaporen waren, omdat van zeewind de oorspier zou verslappen. We hadden bekende flaporen uitgenodigd, zoals Prins Charles en Pieter van Vollenhoven. Van de laatste kregen we een pissige brief dat dit neigde naar majesteitsschennis, terwijl Charles liet weten dat hij het een geweldig idee vond, maar helaas niet in de gelegenheid was om te komen…’.

Rond de millenniumwisseling werd Erkens eigenaar van Café Koops in de Damstraat. Het begin was niet gemakkelijk, de drukke verbindingsstraat lang jarenlang open voor de bouw van parkeergarage De Appelaar. ‘Het zag er heftig uit in die tijd’, vertelt Koops. ‘De straat was afgesloten, overal hekken en bouwmateriaal. Bij het gebouw hier tegenover, waar nu Stempels zit, groeiden de struiken uit de gevels. We zijn toen begonnen om van alles te organiseren. Film- en diashows projecten op ‘Stempels’, karaoke, Braziliaanse avond, aspergeavond, de Koops feestweek, activiteiten rondom cultuurevenementen als Dichtlijn of de Stripdagen… Het waren zes lange jaren, maar we zijn er door gekomen en hebben het organiseren van activiteiten daarna doorgezet.’

‘Ik vind het belangrijk om op de hoogte te blijven van wat er speelt in Haarlem. Er gebeurt zo veel, dat weet je niet altijd als je niet in de goede netwerken zit. Door mijn jongere barpersoneel, komt hier ook een ander publiek binnen. Door die gasten ben ik beter op de hoogte van wat er gebeurt in Haarlem, bijvoorbeeld in de muziekscene. Zo zie ik mijn lidmaatschap van de Société ook, als een andere manier om op de hoogte te blijven. En ik steun graag mensen die op een bepaalde manier iets voor Haarlem betekenen, ik ben wel een Haarlem-freak.’

Erkens is door zijn werk niet vaak bij de activiteiten van de Société geweest. Wel was hij afgelopen jaar aanwezig bij de hopstort van het Pim Mulier-bier, dat (‘uiteraard!’) ook in Koops op de tap verkrijgbaar was. Erkens verwacht meer tijd te krijgen om activiteiten zoals die van de Société te bezoeken. ‘Ik ben hier in principe elke dag, maar heel eerlijk: na 15 à 16 jaar zoveel dagen per week te hebben gewerkt, is dat wel een beetje klaar. Veertig à vijftig uur per week vind ik nu wel genoeg. Tegelijkertijd vind ik het ook wel jammer, ik zou het liefst iedere avond achter de bar staan. Dat vind ik het mooiste dat er is.’