Helden van Haarlem

Floris Jan Bovelander

Floris Jan Bovelander kende een grote specialiteit: de strafcorner. Het krachtmens van Bloemendaal en het Nederlands hockeyelftal had de gave om op de cruciale momenten genadeloos toe te slaan. Met snelheden van boven de 150 kilometer per uur ramde de 241-voudig international de bal liefst 215 keer tegen de plank van het vijandelijke doel. Bovelander leidde Bloemendaal naar zes landstitels en een Europa Cup I. Op het Europees kampioenschap van 1987 pakte de opvolger van cornerlegende Ties Kruize zijn eerste internationale hoofdprijs, drie jaar later werd in het hol van de Pakistaanse leeuw de wereldtitel veroverd. In ’96 sloot ‘Flop’ zijn succesvolle carrière af met olympisch goud.

Shirt uit de broek, afgezakte kousen. De ballonkuiten en z’n krommebenen (‘Ik zit wat vreemd in elkaar’) altijd zichtbaar. De sjokkende tred van Floris Jan Bovelander deed nou niet direct denken aan een topsporter van wereldklasse. Lopen, daar had hij een bloedhekel aan. Behalve als hij een stick in zijn ferme knuisten droeg en zijn ogen de hockeybal in het vizier kregen. Sprints over vijftig meter, zijn team op sleeptouw nemend. Bovelander was meer dan de man die in de strafcorner een geweldig trucje kende.

‘Floppie’ stond binnen en buiten het veld bekend als een gentleman. Desondanks deinsde het boegbeeld van het vaderlandse hockey er niet voor terug om de beuk erin te gooien. Bij tijd en wijle ontpopte hij zich tot de beul van het middenveld, een hakker eerste klas. Gele kaarten kreeg de bonkige bikkelaar echter nauwelijks. Hij had het vermogen om de vermoorde onschuld te spelen; nonchalant wegdribbelend van de plaats des onheils maakte hem haast immuun voor scheidsrechterlijke straffen.De man van het splijtende schot – met 276 hoofdklasse- treffers de absolute recordhouder – moest tijdens het Europees kampioenschap van ’87 in Rusland de concurrentiestrijd aangaan met Patrick Faber. De vraag ‘wie wordt de eerste cornerman?’ van Oranje werd beantwoord tijdens een lange busreis tussen hotel en stadion. Halverwege de rit merkte Bovelander tot z’n schrik dat hij zijn ‘noppenschoenen’ was vergeten. Bondscoach Hans Jorritsma twijfelde vervolgens geen moment en dirigeerde Faber (de enige speler met dezelfde schoenmaat als Bovelander!) zijn schoeisel aan z’n naaste concurrent af te staan. Een gouden greep van Jorritsma; Oranje won in Moskou de gouden plak, terwijl de rake klappen van Bovelander het mondiale hockey nog een decennium lang in zijn greep zouden houden.

De eerste Nederlandse hockeyer die ooit een sponsorcontract met een schoenenfabricant (Kangaroos) afsloot golft als een absolute sfeermaker. Onder het genot van een biertje zorgden zijn humor en leuke invallen voor een prima sfeer binnen het team.

Het gewonnen WK in Pakistan (1990) is een van de onbetwiste hoogtepunten in Bovelanders carrière. In de finale werd het thuisland voor de ogen van 65.000 knotsgekke Paki’s met 3-1 verslagen. Nederland kreeg twee strafcorners, Bovelander – de man van de belangrijke momenten – benutte beide kansen. Hoewel elke cel van de Pakistaanse supporters overloopt van chauvinisme, scandeerden ze Bovelanders naam. Eén fan liep zelfs met een spandoek ‘Hup Bovelander’ te zwaaien. Tijdens de ereronde gooide de Bloemendaler zijn stick in het publiek richting zijn bewonderaar. Hij bleef daarop net zo lang kijken tot zijn slagwapen de rechtmatige eigenaar had gevonden.

Externe links
Voor de Wikipedia-pagina over Floris Jan Bovelander: klik hier.